Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wanneer gij [23]vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij [24]mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. 23. Namelijk in het bijzonder. Want in gemeente noden of vasten is het geoorloofd een droevig gelaat te tonen, als het zonder geveinsdheid geschiedt. 24. Of, verdonkeren, verderven.